Mensen helpen en genezen. Dat heb je als afstuderend geneeskundestudent voor ogen. Maar als starter sta je ook nog voor een aantal andere hete vuren. In de tweede aflevering van onze reeks ‘Terug naar start’ vertellen drie jonge huisartsen Eline, Lander en Jasmine met welke uitdagingen zij het meest worstelden in het begin.

Wie zelfstandig huisarts wordt, is ineens ook ondernemer. En dat brengt verschillende – en vooral zakelijke – uitdagingen met zich mee: de juiste ondernemingsvorm kiezen, je eerste kosten goed inschatten en financieren, zelf patiënten werven …

De uitdagingen uitgedokterd

Wordt het een eenmanszaak of een vennootschap? Dat is de eerste knoop die je als kersvers zelfstandige moet doorhakken. Wel of geen startkapitaal en de ingeschatte financiële risico’s zijn belangrijke factoren om mee rekening te houden. Speel op veilig en neem hiervoor zeker een boekhoudkundig expert, zoals SBB, onder de arm.

Leer meer over je ondernemingsvorm in onze volgende aflevering:

‘Waarop heb je je keuze voor je ondernemingsvorm gebaseerd?’

De opstart van een eigen praktijk kost een flinke duit. Daarom kan het interessant zijn om via een samenwerkingsvorm de kosten (praktijkgebouw, meubilair, machines, klein materiaal zoals laptop en smartphone … ) met beroepsgenoten te delen. In onderaanneming werken of een middelen- of werkvennootschap oprichten zijn slechts enkele van de opties. Hierover meer in aflevering vijf: ‘Met welke kosten moet je als startende arts rekening houden?’

Zonder eigen patiënten starten brengt altijd een beetje onzekerheid met zich mee. Een lege agenda krijg je namelijk niet van vandaag op morgen gevuld. Mensen komen vaak via-via bij jou terecht, dus jezelf voorstellen aan de lokale zorgverleners (apotheker, kinesist, collega-arts, … ) is zeker aan te raden. Hoe de jonge huisartsen uit onze reeks dit concreet aanpakten, leer je in aflevering 7: ‘Hoe ben je begonnen aan het werven van patiënten?’.

De renteloze starterslening

Dr. Lander Dewitte benadrukt de economische uitdaging en legt uit hoe hij dit aanpakte: “Bij mijn opstart als zelfstandig huisarts had ik verschillende investeringskosten. Gelukkig kon ik via het Vlaamse Agentschap Zorg en Gezondheid een renteloze lening afsluiten.”

Renteloze lening

Wat? Tot 35.000 euro renteloos lenen door middel van een 5-jarige lening.

Voorwaarde? Enkel bij een eerste ‘installatie’ als erkend huisarts:

• Ofwel bij de opstart van een praktijk binnen de 4 jaar na je erkenning
• Ofwel binnen de 4 jaar na je terugkeer uit een ontwikkelingsland

Vind hier meer info over de renteloze lening.

Ontdek in deze video:

• hoe Eline haar prioriteiten bepaalde,
• hoe Lander de investeringskosten bij de opstart draaglijker maakte,
• bij welke partijen Jasmine haar oren te luisteren legde.
  

Benieuwd welke ondernemingsvorm Eline, Lander en Jasmine kozen en waarom? Check hier de volgende blogpost en aflevering: ‘Hoe kies je je ondernemingsvorm?’.